Reisverhaal «Dalton Highway – Prudhoe Bay »

Noord Amerika 1 | Verenigde Staten | 0 Reacties 31 Augustus 2015 - Laatste Aanpassing 15 September 2015

Traject: 31 augustus – 9 september 2015     

Fairbanks – Dalton Highway: Yukon River, Roller Coaster, Finger Mountain, Arctic Circle, Grayling Lake, Coldfoot, Sukakpak Mountain, Atigun Pass, Slope Mountain, Happy Valley, Franklin Bluffs – Deadhorse – Prudhoe Bay – Dalton Highway: Franklin Bluffs, Last Chance, Sag River Overlook, Happy Valley, Slope Mountain, Galbraith Lake, Atigun Pass, Wiseman, Coldfoot, Finger Mountain – Livengood – Fairbanks     

Alaska pipeline
In 1968 werd olie gevonden in en rondom Prudhoe Bay, noord Alaska. Een consortium van grote oliemaatschappijen maakte een studie, die uitwees dat een pijpleiding de beste manier is om de ruwe olie doorheen Alaska te transporteren, naar een zuidelijke haven waar deze kan verscheept worden naar het continentale gedeelte van de US. In 1970 werd het ontwerp gemaakt, de aanleg startte op 27 maart 1975 en werd voltooid op 31 mei 1977. Het ganse project kostte 8 biljoen USD. Op 20 juni 1977 stroomde de eerste olie door de pijpleiding naar Valdez, de meest noordelijke ijsvrije haven van Noord Amerika. 1 augustus vertrok de eerste ruwe olietanker ‘Arco Juneau’ vanuit de haven van Valdez.

De diameter van de pijplijn bedraagt 48 inches (121,92 cm). Het ganse traject van de pijpleiding loopt door 800 mijlen van toendra, kruist 3 aardbreuklijnen, 3 bergketens en meer dan 500 rivieren. Dit grotendeels bovengronds, omdat de verhitte olie die door de pijplijn loopt de bevroren permafrost bodem zou onstabiel maken. Grote delen van de pijpleiding vormen een zigzag traject. Dit om uitzetten en krimpen door temperatuurverschillen te kunnen opvangen, alsook omdat het meer flexibiliteit biedt bij aardbevingen, zowel horizontale als verticale schokbewegingen worden hierdoor gecompenseerd.

Van de 12 voorziene pompstations op het ganse traject, werden er maar 11 gebouwd. Een aantal ervan zijn op heden niet meer noodzakelijk, door betere technologieën, ze worden voorbijgegaan. Doch de gebouwen eromheen dienen nog steeds als basis voor onderhoudswerkzaamheden.

Tussen 1979 en 2010 werd een equivalent van 16 biljoen vaten ruwe olie door de pijpleiding getransporteerd. In 1988 kende men een piekperiode, toen vloeide er gemiddeld zo’n 2 miljoen vaten per dag doorheen de leiding, de volledige oliestroom van Prudhoe Bay tot Valdez duurde op dat moment ongeveer 4,5 dagen. In 2010 stroomde er slechts een hoeveelheid van 620.000 vaten door het circuit, toen duurde het 15-16 dagen om Vadez te bereiken.

Doorheen de pijpleiding stroomt niet enkel olie, maar bewegen ook meetinstrumenten, die eveneens dienen om te reinigen en een vlotte doorstroom te garanderen.

Dalton Highway
Reeds lang hebben we uitgekeken naar onze rit over de Dalton Highway, de veelbesproken route van centraal Alaska helemaal naar het noorden. Pas in 1994 werd publieke toegang verleend op deze weg. Daarvoor mocht die enkel gebruikt worden voor vracht- en personenvervoer gerelateerd aan het olieproject in Prudhoe Bay.

Het ontdekken van het ‘zwarte goud’ en de daaropvolgende bouw van de oliepijpleiding, maakte in 1970 de constante aanvoer van zwaar materiaal naar het noorden noodzakelijk. Op dat moment liep de weg ten noorden van Fairbanks slechts tot Livengood, 132 mijlen ten zuiden van de Yukon rivier. Oliemaatschappijen drongen erop aan een baan helemaal naar Prudhoe Bay aan te leggen, immers ze hadden nood aan zwaar vrachtvervoer gans het jaar door. In 1970 werd ermee gestart en bereikte het ‘einde van de weg’ de Yukon rivier. De resterende 358 mijlen van de Dalton Highway werden in 1974 aangelegd in een tijdspanne van 154 dagen. Hiervoor gebruikte men 29,26 miljoen m³ gravel, de kostprijs bedroeg 125 miljoen USD.

De onverharde weg die zo’n 800 km lang is, loopt midden door de wildernis van Alaska. Men is de ganse tijd alleen met de natuur en het weinige andere verkeer, voornamelijk zware vrachtwagens. De meeste hiervan hebben 26 tot 30 wielen, we zien er eentje waarbij we er 40 tellen.
Enkel halfweg en helemaal op ‘t einde komt men kleine nederzettingen tegen, met een eenvoudig truckers restaurantje en wat logies mogelijkheden, waar men kan tanken en telefoneren. GSM bereik is er onderweg niet, de vrachtwagenchauffeurs gebruiken radiozenders. Voeding en drinkwater dient te worden meegenomen, winkels zijn er helemaal niet.

Op TV zagen we reportages, waarbij men toont hoe in de winter de zeer lange, zware vrachtwagens met vaak meer dan 30 wielen over ijspistes rijden, omringd door een ondergesneeuwde omgeving.

Dalton Highway, dag 1:
Al onmiddellijk genieten we van een schitterend herfstlandschap. We rijden door dichte bossen, hier en daar zwartgeblakerd door de reeds eerder vermelde, veel voorkomende, al dan niet aangestoken, bosbranden in Alaska. Op sommige plaatsen ogen die recent, andere krijgen langzaamaan terug wat kleur door jonge plantengroei.

Het weidse glooiende landschap wordt in de verte bekroond door besneeuwde bergtoppen. Dit hebben we te danken aan de koude van de laatste tijd, gepaard met sneeuwval op hogere plaatsen.

Rijden op de Dalton Highway op zich, valt al bij al beter mee dan verwacht en biedt afwisseling. De harde zandweg, vaak met putten, ligt er soms zeer modderig bij, hij wordt hier en daar afgelost door een stukje asfalt. Al is het soms lastiger om op een slechte verharde weg te rijden, door de vele diepe ‘potholes’ (diepe ronde gaten) of het golvende wegdek. Druk is het niet, al moeten we voortdurend opletten, want de enorme trucks hebben absolute voorrang. We zijn verwittigd door velen, voor glasbreuk en lekke banden, dus matigen we onze snelheid en sturen behoedzaam.

Een grote brug brengt ons, samen met de oliepijplijn, naar de overkant van de brede Yukon rivier. Hier bevindt zich een klein Visitor Center, waar we nuttige informatie krijgen over het vervolg van onze rit. We maken er een korte wandeling door de mooie natuur, naar een uitzicht op de rivier met zijn brug die de pijpleiding naar de overkant brengt.

In deze omgeving van gemengd bos zien we een schitterend kleurenpalet, waar de berkenblaadjes felgeel kleuren aan hun witte stammen, tussen diepgroene tot zwarte naaldbomen. De ondergrond wordt bedekt met kleine struiken, waarvan de rode blaadjes omringd zijn door felgroene grassen.

Deze vorm van noordelijke bossen groeit op een permafrost bodem, waarvan een dunne bovenlaag tijdens de zomer smelt, zodat de wortels erin kunnen groeien. Doch daaronder blijft de grond eeuwig bevroren. Hierdoor ontstaan de bizarre gevormde naaldbomen, hoe meer naar het noorden, hoe minder snel deze groeien. We zien in het Visitor Center voorbeelden van stammetjes, amper 2 cm doorsnee, toch 40 jaren oud. Een andere stam is 6 cm dik en 280 jaren oud, terwijl een zuidelijkere boom van dezelfde dikte nog maar 80 jaar groeit.

Wat verder stopt onze eerste dag, op een kampeerplaats met een prachtig uitzicht. Daar kunnen we nog verder genieten van de adembenemende kleurenpracht in het laatste zonlicht van de dag. In een typische truckstop met kleine felrode gebouwtjes, die wel van karton lijken, eten we een lekkere cheeseburger … op maat van de hongerige vrachtwagenchauffeurs. Dit is de enige eetgelegenheid die we zullen tegenkomen, buiten Coldfoot, zowat halfweg en Deadhorse op ’t einde.

Dalton Highway, dag 2:
Vandaag worden we gewekt door een stralende zon aan een diepblauwe hemel. Dat is lang geleden !
Vlug maken we ons klaar om verder te rijden. De omgeving wordt almaar mooier, de kleurenpracht intenser.

We zijn nog niet ver of het wegdek gaat over in een dikke modderbrij. Nu begrijpen we waardoor de voertuigen op terugweg onder een dikke bruine laag zitten. Langzaam rijden we eroverheen, tot we opnieuw op een droge ondergrond komen.

Dit is de manier waarop de Dalton Highway wordt onderhouden. Machinaal wordt de bovenlaag met zijn vele putten los geschraapt, zodat een losse zandlaag ontstaat, waar nadien massaal water wordt over gesproeid. Deze manier van werken houdt blijkbaar de harde zandbaan in vrij goede toestand, we hebben tot nu toe nog geen wasboard toestanden gehad zoals op de vele andere onverharde wegen, die met gravel zijn bedekt.

Toen de weg pas was aangelegd, gaven de vrachtwagen chauffeurs aan sommige herkenbare delen een naam. Eén daarvan is de Roller Coaster, een recht stuk weg met enorme afdalingen, telkens gevolgd door een even lange steile klim. Dit geeft prachtige uitzichten op de weg die door de omgeving snijdt.

Wat verder nemen we een afslag tot boven op een heuvel. Het uitzicht daar is echt adembenemend mooi, een kleurenpalet van geel – oker – rood, waarin de groene naaldbomen en de zilveren berkenstammen steeds kleiner en schaarser worden. Stilaan naderen we de toendra.

Finger Mountain is weerom een herkenbare plaats, het lijkt een reusachtige vinger die boven het landschap uitsteekt, door jagers gekend als toplocatie voor wild. Wildernis piloten gebruikten deze vroeger als oriëntatiepunt op hun terugweg naar huis, want de vinger wijst naar Fairbanks. We wandelen door de toendra vlakte naar de indrukwekkende rots. Een smal sompig paadje loopt ernaartoe, hier en daar moeten we over grote witte rotsen klauteren.

Voor we verder rijden klimmen we nog op de heuvel aan de andere kant van de parking. Dit bezorgt ons opnieuw een zeer weids uitzicht op het schitterende natuurlijke kleurenpalet, ditmaal wordt het accent gelegd door enkele felblauwe meertjes. Hier dwars doorheen snijden de Dalton Highway en de oliepijpleiding, speels slingeren ze dichter naar elkaar toe en gaan weer uiteen, soms wordt er een keertje gekruist.

Aan mijl 115 bereiken we de Arctic Circle. De poolcirkel overschrijden is bijzonder, doch hiervan is niet echt iets te merken, mocht er geen groot bord staan ter aankondiging. Het is eigenlijk een denkbeeldige lijn (op 66°33’ N), die ons in het land van de middernachtszon brengt. Vanaf hier tot op de Noordpool, kent men dit fenomeen, waarbij op 21 juni de zon niet ondergaat, op 21 december de zon niet opkomt. Hoe noordelijker, hoe langer deze volledig lichte en donkere periodes duren. In het nabijgelegen wildernisdorpje Barrow bijvoorbeeld, verdwijnt de zon elke winter gedurende 67 dagen.

Van op de parking Gobblers Knob hebben we nogmaals een schitterend uitzicht, midden in de vlakte onder ons zien we ‘pump station 5’, een pompstation van de oliepijpleiding. Hoog erboven steekt het gebergte uit, waarbij de Brooks Range met zijn witte toppen helemaal achteraan te zien is.

Dalton Highway, dag 3:
Weerom worden we door een stralende zon vergezeld, op het vervolg van onze tocht naar het noorden. Dit is wellicht de reden dat we niet snel vorderen, we stoppen vaak en waar mogelijk, maken we korte wandelingetjes.

Het prachtige Grayling Lake is gevormd door een gletsjer, samen met de U-vormige vallei waarin het meer zich bevindt. Vaak komen elanden grazen aan de oever, vandaag zien we ze niet. Een amper zichtbaar paadje is met een dikke verende moslaag bedekt en brengt ons tot aan de rand van het meer, een stuk lager dan de weg. Een zwanenpaar met hun jongen zwemmen hier in alle rust.

Dalton Highway, dag 4:
Deze nacht zien we de Aurora Borealis de eerste keer in ‘t echt. Het komt onverwacht, want rond middernacht is het lichtjes bewolkt. Om 3.45 u worden we wakker van een vrachtwagen die op de parking stopt en zijn generator aanzet om hier de nacht door te brengen. We kijken door ons dakraam en zien een sterrenhemel, openen het raam … om verrast te worden door de prachtige groene lichtslierten van het noorderlicht. Vlug in de kleren en naar buiten, om van het schouwspel te genieten. Het licht beweegt sierlijk, trekt langzaamaan weg. Jammer dat we het zo laat hebben gezien.

Vandaag zien we geen bomen ! De noordelijke boomgrens is overschreden.
We klimmen langzaamaan de besneeuwde bergen van de Brooks Range in, om over de 1.433 meter hoge Atigun Pass te rijden. Weerom weten we niet waar eerst kijken, de omgeving wordt zo mogelijk nog steeds mooier. Eenmaal de pas over, komen we tussen enorme sneeuwvlaktes terecht, op de achtergrond opnieuw witte sneeuwtoppen. Stilaan maakt de sneeuw plaats voor de toendra begroeiing, de vlaktes worden uitgestrekter. Hier en daar krijgt de intense kleurrijke omgeving felblauwe accenten van meertjes met een dun ijslaagje erop en rivieren met witte keienstroken erin.

Af en toe staat er een voertuig langs de wegkant van jagers. We zien ze ver weg op de vlakte lopen, op zoek naar kariboes. Het jagen met pijl en boog heeft de voorkeur van velen, de traditionele methode van de Eskimo bevolking. Vaak is dit tevens de opgelegde manier.

Dalton Highway, dag 5:
Al komen er ’s avonds wolken opzetten en trekt het helemaal dicht rondom ons, we zetten onze wekker om 1 u 30. Je weet maar nooit of het noorderlicht ons deze nacht weerom komt verrassen. En neen, we zien een heldere maan met fonkelende sterrenhemel, maar meer niet.
Doch, wanneer we om 2 u opnieuw kijken, zien we toch de felgroene lichtgolven sierlijk bewegen. Deze keer blijven we in ons bedje liggen, met het dakraam open. Al vriest het dat het kraakt, binnen blijft het lekker warm. Ook nu duurt het schouwspel niet zo lang, maar het is wel mooier.

’s Ochtends worden we wakker in een witbevroren omgeving, ook op ons dakraam en het trapje voor de deur zijn bedekt met een dun ijslaagje. Vlug maken we ons klaar om het laatste stuk van de Dalton Highway te rijden, naar Deadhorse. Dit plaatsje is gelegen op het einde van de weg, op mijl 414. Hier woont niemand, het is enkel een oord waar bedrijven zijn gevestigd die onderaanneming doen voor de oliesector, wat gastenverblijven en enkele kleine containerhotelletjes, …

In Deadhorse is de politie slechts door 1 persoon vertegenwoordigd. Deze schrijft geen boetes uit, maar is stand-by. In geval een ernstig ongeval met dodelijke afloop zich voordoet, moet hij hierover rapport uitbrengen.

Onderweg ernaartoe wordt de omgeving steeds vlakker, op enkele prachtig gekleurde kliffen na, die hoog boven het landschap uitsteken. Een muskusos wandelt dichtbij de weg, we stoppen en laten hem voor ons de baan oversteken. Wat een prachtdier !
Indrukwekkend om weten dat deze dieren uit de ijstijd stammen en nu nog steeds in de vrije natuur leven in het noorden van Alaska. Ze brengen hier ook de winter door, met hun dikke lange pels zijn ze tegen koude temperaturen bestand.

Prudhoe Bay
Deadhorse grenst aan Prudhoe Bay, de enorme baai waarin zicht het grootste olieveld van Noord Amerika bevindt. Het stuk vasteland eromheen, waar eveneens olieboringen worden gedaan, draagt dezelfde naam en is niet toegankelijk voor onbevoegde personen. De twee toegangswegen worden bewaakt door checkposten.

Wanneer we in Deadhorse rondrijden, komen we wat dichtbij check point East en worden prompt teruggezonden. Het lijkt hier wel een spookomgeving, olieboortorens, machines, vrachtwagens, pick-up trucks, pijpleidingen, metalen containergebouwtjes, een meer, een rivier, … maar amper iemand te zien.

In de namiddag nemen we deel aan de Arctic Ocean Shuttle tour, de enige manier om helemaal tot aan de poolzee te geraken. Hiervoor moesten we minstens 24 uren op voorhand inschrijven en onze paspoort nummers doorgeven. Deze werden gescreend voor de veiligheid, want we zullen in de beveiligde zone Prudhoe Bay, komen. De uitstap duurt 1 ½ u. We rijden tot aan de rand van de baai, terwijl wat uitleg wordt gegeven over de omgeving en hoe de vele werknemers hier leven.

Dit is een migratiegebied voor watervogels, waarvan er nog amper aanwezig zijn, door de koude die vroegtijdig is ingetreden dit jaar. Wel zien we een rode vos, een prachtig dier. Ijsberen leven in deze regio, maar op dit moment bevinden ze zich wat meer naar het oosten, omdat ze de trek van de walvissen volgen. Dat betekent ‘gemakkelijk eten vinden’, omdat de inheemse Eskimo bevolking daar nog steeds op jaagt en de overschot laat liggen.

Drie grote bedrijven zijn partners in het olieproject, BP, ExxonMobil en ConocoPhillips. BP leidt ter plaatse alle activiteiten, het is tevens de grootste aandeelhouder met 46 %. Al was het ConocoPhillips die de eerste succesvolle boringen deed.

Hier woont men niet, men komt hier enkel werken. Meestal in een 12-urensysteem gedurende een 6- tot 12-tal weken, om daarna een periode vrij te zijn. Deze wordt thuis doorgebracht. BP laat zijn werknemers gratis naar Anchorage of Fairbanks vliegen.
Tijdens de piekperiodes verblijven hier maximaal 10.000 mensen. Een doorsnee werknemer in de oliesector verdient zo’n 100 USD/u, iemand die de toiletten poetst krijgt 30 USD/u. Niet mis.

Alle gebouwen hier staan op palen of bovenop een zeer dikke laag keien. De reden hiervoor is dat anders de permafrost ondergrond zou smelten door de warmte van het gebouw erbovenop. Ze zijn samengesteld uit containerunits, die op en naast elkaar zijn gebouwd in meerdere lagen en rijen, zelfs de enkele ‘hotels’.

Er wordt jammer genoeg weinig toelichting gegeven over de olieboringen zelf. De boortorens worden van op afstand getoond. We krijgen geen boorplatform van nabij te zien, mogen nergens uitstappen, behalve op het keienstrand aan het einde van de baai. Dat stelt ons wat teleur, voor de kostprijs van de toer hadden we echt wat meer verwacht. Het is hem enkel te doen om tot aan de rand van de Poolzee te geraken.

Kamperen in Deadhorse kan enkel op zeer winderige plaatsen, er is nergens beschutting. Dus rijden we nog een eindje terug, de Dalton Highway op. Al vlug zien we boven de immense vlakte, in de verte de besneeuwde bergketen uitsteken, waar we eerstdaags opnieuw doorheen rijden.

Dalton Highway, dag 6:
De terugweg is ingezet. Onze derde nacht op rij zien we het noorderlicht, dat almaar feller en indrukwekkender wordt.

’s Ochtends is de omgeving opnieuw bevroren, er hangt een lage mist met een witte regenboog erin. Daarboven zien we opnieuw de zon in een felblauwe hemel. Zalig zonnig weer voor de 6de dag op rij !

We moeten langs dezelfde weg terugkeren, wat daarom niet wil zeggen dat we minder genieten van al het moois. We stoppen op enkele plaatsen die we overlieten op heenweg, zoals het uitzicht op de Sagavanirktok River,kortweg Sag rivier genoemd. Deze stroomt gedurende 160 kilometer langs de Dalton Highway. ’s Winters kent deze rivier het fenomeen van Aufeis, een Duitse term die men hier gebruikt. De enorme koude laat een ijslaag ontstaan aan de wateroppervlakte. Doch de druk op het stromende water is zo hoog, dat dit door scheuren naar de oppervlakte wordt gestuwd. Boven het bestaande ijs bevriest dit water op zijn beurt. Het vormt een dik pak ijs, het duurt vaak tot augustus voor het helemaal is ontdooid.

Hier babbelen we wat met een man uit California, die sinds vorig jaar in Anchorage woont. Deze bevestigt dat augustus de jaarlijkse regenmaand is. Het is een warme zomer geweest, volgend op een te warme winter. Samen met zijn vrouw verhuisde hij hier naartoe, vooral voor de winters. Maar er viel zo weinig sneeuw dat ze amper hebben kunnen skiën. Komende winter belooft niet veel meer sneeuw, als de voorspellingen juist zijn.

Aan het kamp Happy Valley nemen we een kijkje op de Sag rivier oever. Zo’n kamp stelt niet veel voor, enkele kleine eenvoudige gebouwtjes (barak stijl) waarin wordt overnacht, een landingsbaan voor kleine vliegtuigjes, vaten met brandstof, wat machines.

Stilaan komen we in de besneeuwde omgeving terecht, waar we opnieuw genieten van de bijzonder mooie kleurcombinaties. Felblauwe meren en rivieren, droge oranjegele toendra begroeiing, met ertussen overgebleven sneeuwvlekken, gedomineerd door wit besneeuwde bergtoppen. Aan Galbraith Lake slaan we af op een niet onderhouden zandweg, die ons langs een landingsbaantje naar onze kampeerplaats voor vannacht brengt. Vanuit ons raam hebben we schitterend uitzicht op meertjes, omringd door de besneeuwde bergtoppen, die ondertussen niet meer ver af zijn.

Dalton Highway, dag 7:
Het wordt eentonig om schrijven, maar het noorderlicht was ditmaal wondermooi, de felgroene dansende lichtslierten werden aangevuld met roze kleuren. Een verschijnsel dat zich niet vaak voordoet. Jammer genoeg is het niet eenvoudig om dit te fotograferen.

We nemen een dagje pauze in de prachtige omgeving van het Galbraith Lake, om hier een wandeling te maken. Paden zijn er niet, we zoeken over de toendra begroeiing onze weg. Het stapt zeer zacht, maar de grote mosbulten maken er een zwaar parcours van.

Dalton Highway, dag 8:
Vandaag rijden we opnieuw de Atigun Pass over, het hoogste punt van de Dalton Highway, met 1.433 meter. Onderweg genieten we opnieuw van de prachtige uitzichten, het is toch weer anders. De kleuren lijken intenser geworden, wat dieper geel, de sneeuw is merkbaar gesmolten, ondanks de koude temperaturen. Wat nu nog meer opvalt, is de boomgrens, plots zijn ze er opnieuw, met velen.

Ditmaal stoppen we in het oude dorpje Wiseman, waarvoor we een 5 km lange zijweg inslaan. Het in 1907 opgerichte goudzoekerdorpje is ongelooflijk pittoresk, met oude huisjes en materieel. Alles staat er nog zoals in die tijd en kleurt mooi bij de diepgele herfstomgeving. Momenteel wonen hier 14 mensen, waaronder de ranger die we in het Visitor center van Coldfoot hebben gesproken. Hij beaamt dat de winter hier zeer bijzonder is. Wij zien het eerder als een zeer eenzaam bestaan, hard omwille van de barre weersomstandigheden. Winkels zijn hier niet, elektriciteit hangt af van een generator, water komt uit bronnetjes, voor de verwarming moet hout worden gehakt. Toch zouden we dat ooit eens graag ervaren …

In Coldfoot gaan we opnieuw het Visitor Center binnen, jammer genoeg wordt er vanavond geen ranger voorstelling gegeven. De generator is uitgevallen en het is binnen in het donker te doen, ’s avonds is dat onmogelijk. Er zijn momenteel andere prioriteiten voor de verantwoordelijken, dus de herstelling van de generator is niet voor vandaag.

We stellen wat vragen over de ijsroute, waar een bijzonder boeiende TV reportage over bestaat.
Deze ijspistes over de toendra worden enkel aangelegd in het kustgebied. Ze bieden de mogelijkheid om uiterst zware materialen te transporteren naar afgelegen olieplatformen op het vasteland, die in de andere seizoenen niet over land bereikbaar zijn omdat er geen weg naartoe loopt. De aanleg ervan, bovenop de onstabiele toendra ondergrond, gebeurt in meerdere lagen, met tussenin telkens verstevigingmateriaal. Dit kost jaarlijks enorm veel geld en moeite.

Vrachtvervoer in Noord Alaska over een ijspiste … wat met de Dalton Highway in de winter ?
De ranger legt uit dat in deze noordelijke regionen nog amper mensen wonen, buiten de werknemers van de oliesector. Dorpen midden in de wildernis zijn verleden tijd. In enkele dorpjes, zoals Wiseman en Coldfoot is nog een zeer beperkte bewoning. Dit is mogelijk omdat de Dalton Highway het ganse jaar door open blijft. De sneeuw wordt zo lang mogelijk geruimd, eenmaal deze een dikke harde laag vormt, is het nog geen probleem erop te rijden met gewone 4-seizoens banden. Het is helemaal niet glad, net als een verharde weg, maar dan zonder de vele putten en diepe potholes die door de ijslaag zijn opgevuld. Eigenlijk beter dus, zegt hij met een glimlach. Eenmaal de winter goed is gevorderd, wordt deze besneeuwde laag omgevormd tot glad ijs. Dan rijden de pick-ups met nagelbanden, de vrachtwagens met sneeuwkettingen.

En vannacht wordt er opnieuw sneeuw verwacht hier in Coldfoot, maar vooral op de Atigun pass. Daar zijn we gelukkig al voorbij. Onze beslissing te wachten in Fairbanks tot na de sneeuwstorm is goed geweest, we hebben mooi de tijd gehad om het noorden te bereiken tussen twee periodes van slecht weer in. Zelfs met stralend mooi weer.

Dalton Highway, dag 9:
Het is maar enkele dagen geleden dat we hier op heenweg passeerden, maar toch is het kleurenpalet zo verschillend. Of hoe vlug de herfstkleuren kunnen veranderen. Alles is zoveel intenser, felgeel is overgegaan naar diepe okertinten. De weinige lichtgroene schakeringen die we hier enkele dagen geleden zagen, zijn verdwenen. Enkel de naaldbomen vormen nog een donkergroen contrast. Ganse berghellingen en valleien liggen onder een geel deken, het lijkt soms helemaal niet natuurlijk. Maar wondermooi !

Aan Finger Mountain stoppen we opnieuw en wandelen naar het uitkijkpunt, om het kleurenpalet te vergelijken met wat we hier op heenreis zagen.

Tijdens dit traject wordt overal gewerkt aan de baan, we rijden lange stukken door een dikke gladde modderbrij. Op enkele lange, zeer steile hellingen is het niet eenvoudig rijden.
En onze Manga … die ziet er niet uit !

Dalton Highway, dag 10:
Onze laatste rit op de Dalton Highway laat op ons ‘okergeel’ als indruk na. Wanneer we een eland met twee jongen aan de wegkant zien staan, stoppen we onmiddellijk om ze te bewonderen. Een mooie afronding van onze trip naar het noorden, door een adembenemende gevarieerde omgeving.

Op het einde van de Dalton Highway, wat eigenlijk het begin van de weg is, slaan we af naar het plaatsje Livengood. We hebben hier geen enkele informatie over, maar willen toch een kijkje nemen bij de plaats waar ooit de weg naar het noorden eindigde, tot de Dalton Highway in 1970 werd aangelegd. Behalve wat gebouwtjes met materiaal voor het onderhoud van de weg, staat er nog 1 houten huis tussen de bomen.

En dan komen we aan in Fairbanks, blij dat we de Dalton Highway hebben gereden. Het werd een verrassende ervaring, te rijden door een immens natuurlandschap dat enorm veel afwisseling biedt. De lange weg heeft ons geen moment verveeld. Het had langer mogen duren.

En morgen zal het grote schoonmaak zijn …

OVERNACHTINGEN:
Langs de Dalton Highway mag men overal overnachten in zijn voertuig. Vaak zijn er zijweggetjes, waarin men mooie uitzichten en rust vindt, een eindje van de weg. Enkele basis campings zijn voorzien, twee zijn gratis (Mile 60 en Galbraith Lake), eentje betalend (Marion creek, 8 USD per nacht).

DALTON HIGHWAY – MILE 60
Coördinaten: 65.918301 – 149.818099
PRIJS: Gratis
SCORE: 5/5
COMMENTAAR:
Kampeerplaats op een groot open terrein, droge toiletten, gratis dumpstation.
Maar vooral een schitterend uitzicht op de omgeving.
Ernaast is een truck stopplaats gelegen, waar heerlijke hamburgers kunnen gegeten worden.
Minpunten: /

DALTON HIGHWAY – MILE 132 – GOBBLERS KNOB
Coördinaten: 66.746714 – 150.683395
PRIJS: N.v.t.
SCORE: 4/5
COMMENTAAR:
Grote parkeerplaats langs de Dalton Highway, met droog toilet en prachtig uitzicht. Overnachten langs de wegkant is toegelaten (info Visitors Center Yukon River, mile 56).
Minpunten: Zichtbaar van op de weg, geluid van de passerende voertuigen (gelukkig zijn dat er niet veel). Midden in de nacht komt een vrachtwagen hier zijn rustpauze nemen, al staat hij aan de overkant van de weg, zijn generator houdt ons uit de slaap.

DALTON HIGHWAY – MILE 235 – FARTHEST NORTH SPRUCE
Coördinaten: 68.034837 – 149.659713
PRIJS: N.v.t
SCORE: 4/5
COMMENTAAR:
Ruime parkeerplaats langs de Dalton Highway, met droog toilet en mooi uitzicht op de met rode toendra begroeide hellingen rondom. Overnachten langs de wegkant is toegelaten (info: Visitors Center Yukon River, mile 56 – Visitors Center Coldfoot, mile 175).
Minpunten: Zichtbaar van op de weg, geluid en stof van de passerende voertuigen (gelukkig zijn dat er niet veel). Midden in de nacht komen twee vrachtwagens hier hun rustpauze nemen, al staan ze aan het andere uiteinde van de parking, hun generatoren houden ons uit de slaap.

DALTON HIGHWAY – MILE 353
Coördinaten: 69.413718 – 148.732465
PRIJS: N.v.t.
SCORE: 5/5
COMMENTAAR:
Groot keienveld met uitzicht op de enorme vlaktes rondom. We vershuilen ons achter een rand tegen de felle wind. Er staan nog enkele andere kampeerders. Prachtige zonsondergang. Het is hier zeer rustig slapen. Goede locatie om het noorderlicht te zien.
Minpunten: /

DALTON HIGHWAY – MILE 355
Coördinaten: 69.422380 – 148.689375
PRIJS: N.v.t.
SCORE: 4/5
COMMENTAAR:
Grote parking, een eindje van de weg, oude rest area die niet meer wordt onderhouden (toilethokje is gesloten). Boven de heuvel staat een groepje pick-ups met een aantal tentjes. Mooie locatie.
Minpunten: Laat ’s avonds komen twee vrachtwagens op de parking staan, wel aan de andere kant, maar de generatoren maken een enorm lawaai.

DALTON HIGHWAY – MILE 275 – GALBRAITH LAKE
Coördinaten: 68.454020 – 149.481558
PRIJS: Gratis.
SCORE: 5/5
COMMENTAAR:
Prachtige kampeerplaats, met droge toilet en vuilnisbakken. Gelegen op 4 km van de weg, uiterst rustig. Het uitzicht is grandioos !
Minpunten: /

DALTON HIGHWAY – MILE 158
Coördinaten: 67.055557 – 150.352380
PRIJS: N.v.t.
SCORE: 5/5
COMMENTAAR:
Geschikte kampeerplek op een groot keienterrein, midden in de natuur. Bereikbaar via een zijweggetje. Niet zichtbaar van op de weg, rustig.
Minpunten: Er zijn geen voorzieningen.

FAIRBANKS – WALMART
Zie verhaal: Fairbanks en omgeving.

SANI DUMP:
Dalton highway mile 60 campground: eenvoudig dumpstation, met watervoorziening (drinkbaar ?) op de camping.
Prijs: gratis.
Coördinaten: 65.918301 – 149.818099

GEREDEN TRAJECT:
Dalton highway (DH), dag 1: Fairbanks – Dalton Highway mile 60, 226 km.
Steese Highway – Elliot Highway, n° 2 – Dalton Highway, n° 11
Prachtige rit door dichte bossen, met mooie uitzichten op de weidse omgeving, besneeuwde bergtoppen in de verte. Zeer rustig rijden, weinig verkeer, zware trucks hebben altijd voorrang. Vooral deze trucks vertragen wanneer ze ons tegemoet rijden, om steenslag te vermijden. De weg op zich valt zeer goed mee, wisselend stukjes asfalt en harde zandondergrond, hier en daar gravel. Wel opletten voor potholes in de asfalt, alsook soms diepe golfbewegingen van het wegdek. Na zoveel regen, hadden we meer modder verwacht, doch deze is snel opgedroogd.

TIP: Brandstof wordt steeds duurder langs de Dalton Hwy, naarmate men verder rijdt naar het noorden. Het laatste goedkope pompstation (prijs idem Fairbanks) is Hilton Truck Stop, langs de Elliot Hwy. Door hier vol te tanken, geraakt men reeds een eind verder met goedkope brandstof.
Coördinaten: 65.024412 – 147.651375

DH, dag 2: Dalton Highway (DH) mile 60 – DH mile 75, Roller Coaster – DH mile 86 – DH mile 98, Finger Mountain – DH mile 115, Arctic Circle – DH mile 132, Gobblers Knob, 123 km.
Dalton Highway, n° 11
Prachtige rit door een adembenemend mooi herfstlandschap, met de overgang van bossen naar toendra. Weerom zeer rustig op de weg. Nog steeds blijven de onverharde en verharde wegdelen elkaar aflossen. Vaak liggen ze er niet zo goed bij, al hebben we reeds veel minder gemakkelijke onverharde wegen gereden.

DH, dag 3: DH mile 132, Gobblers Knob – DH mile 150, Grayling Lake – DH mile 175, Coldfoot – DH mile 204, Sukakpak mountain – DH mile 235, Farthest north spruce, 172 km.
Dalton Highway, n° 11
Prachtige rit door een adembenemend mooi herfstlandschap, met de overgang van bossen naar toendra. We komen meer en meer in een bergomgeving, bereiken de plaats waar pure toendra begroeiing begint. Weerom zeer rustig op de weg. Nog steeds blijven de onverharde en verharde wegdelen elkaar aflossen. Vaak liggen ze er niet zo goed bij, al hebben we reeds veel minder gemakkelijke onverharde wegen gereden.

DH, dag 4: DH mile 235 – DH mile 237, Chandalar Shelf – DH mile 244, Atigun Pass (1.433 m.h.) – DH mile 300, Slope mountain – DH mile 353, kampeerplek, 292 km.
Dalton Highway, n° 11
Prachtige rit door een adembenemend mooi sneeuwlandschap, over een bergpas, stilaan vlakker, toendra begroeiing. Weerom zeer rustig op de weg. Nog steeds blijven de onverharde en verharde wegdelen elkaar aflossen, na de bergpas volgt voornamelijk onverharde weg. Vooral het laatste stuk van de weg ligt er niet zo goed bij, met vele putten.

DH, dag 5: DH mile 353, kampeerplek – Deadhorse – DH mile 355, kampeerplek, 217 km.
Dalton Highway, n° 11
Mooie rit door de toendra, de omgeving wordt almaar vlakker. Hier rijden we over het minst goede stuk van de Dalton Highway, dat nog steeds beter ligt dan we op voorhand hadden verwacht. Een lang stuk aan het einde zijn er werken, we moeten een pilootvoertuig volgen. Een deel ervan ligt zeer moeilijk, de wielen glijden diep weg in de losse aarde.

DH, dag 6: DH mile 355, kampeerplek – DH mile 348, Sagavanirktok River Overlook – DH mile 334, Happy Valley – DH mile 300 Slope Mountain – DH mile 275, Galbraith Lake, 139 km.
Dalton Highway, n° 11
Mooie rit door de toendra, stilaan komt de besneeuwde bergketen dichterbij. De weg volgt de Sag rivier, waarop we steeds een mooi uitzicht hebben. Dit deel van de weg is grotendeels onverhard, nogal ruw met putten, een zeer kort stuk goede asfalt ertussenin.

DH, dag 8: DH mile 275, Galbraith Lake – DH mile 244, Atigun Pass – DH mile 189, Wiseman – DH mile 175, Coldfoot – DH mile 158, 207 km.
Dalton Highway, n° 11
Zeer mooie rit door de toendra, over de Brookes Range bergpas en de boomgrens. Grotendeels onverhard, met vrij veel putten, deels modder door onderhoud.

DH, dag 9: DH mile 158 – DH mile 98, Finger Mountain – DH mile 60, 156 km.
Dalton Highway, n° 11
Zeer mooie rustige route doorheen een overwegend okergele herfstomgeving. Stukken asfalt met putten, potholes en golfbewegingen. De onverharde delen zijn in onderhoud en vormen een dikke gladde modderbrij.

DH, dag 10: DH mile 60 – Livengood – Fairbanks, 249 km.
Dalton Highway, n° 11 – Elliot Highway, n° 2 – Steese Highway
Zeer mooie rustige route doorheen een overwegend okergele herfstomgeving. Stukken asfalt met putten, potholes en golfbewegingen. De onverharde delen zijn in onderhoud en vormen een dikke gladde modderbrij.

EXCURSIES:
ALASKA OLIEPIJPLEIDING
Nog voor we vanuit Fairbanks de Dalton Highway bereiken, rijden we langs het traject van de indrukwekkende Alaska oliepijpleiding, die van het uiterste noorden tot in Valdez gaat. We stoppen bij een uitzicht hierop, met wat informatieborden.
SCORE: 5/5
INKOM: N.v.t.
PARKING:
Aan de pijpleiding.
LOCATIE:
Elliot Highway

LIVENGOOD
Voor de Dalton Highway werd aangelegd, was dit de meest noordelijke plaats die vanuit Fairbanks via de weg bereikbaar was. Behalve wat gebouwtjes van het ministerie van verkeer, in het kader van het onderhoud van de wegen, is er niets te zien. Wel blijft de natuur er prachtig, maar niet anders dan rond de Dalton Highway in deze regio. Hiervoor moet dus niet speciaal worden omgereden.
SCORE: 2/5
LOCATIE:
Aan het begin van de Dalton Highway, afslag naar rechts (heenweg), 3 km.

DALTON HIGHWAY – ALGEMEEN
Een rit over de Dalton Highway kunnen we enkel maar aanbevelen. Het is een zeer lange weg, grotendeels onverhard, de verharde delen liggen er vaak minder goed bij dan de onverharde. Het traject is vermoeiend om rijden, vergt voortdurend opletten om putten te vermijden en aan vrachtwagens absolute voorrang te verlenen.
We gingen ervan uit dat dit een vrij risicovol parcours is, afgaande op de vele verhalen over lekke banden en gebarsten ruiten. Maar het valt al bij al goed mee, alles hangt van je rijstijl af.
Er zijn inderdaad vrij veel putten, zowel op verharde als onverharde wegdelen. Waaronder zeer grote en diepe ‘potholes’, die schade aan de autobanden kunnen berokkenen. Deze bevinden zich op de stukken verharde weg, die in de minderheid zijn.
Om de onverharde weg te onderhouden, schraapt men de bovenlaag los, waarop water wordt gesproeid. Dan wordt het een vieze modderige brij, wat glibberig.
Overal is gevaar voor steenslag, zeker wanneer men snel rijdt.
Het verkeer is vrij beperkt, bestaat vooral uit enorme vrachtwagens, pick-up trucks en enkele toeristen. Vooral deze laatste categorie (zeker wanneer ze met een huurwagen rijden, ook vaak de toerbusjes die de enkele rit in twee delen maken) durven vrij snel te rijden, ze matigen hun snelheid niet en krijgen/veroorzaken problemen.

Het is aan te raden langzaam te rijden, om putten te vermijden, zo ook lekke banden. Bovendien kan met op die manier volop genieten van de zeer gevarieerde, onbeschrijfelijk mooie omgeving.
Wanneer er een tegenligger aankomt, of een voertuig dat sneller rijdt wil passeren, dient er te worden vertraagd of zelfs gestopt, zo ver mogelijk langs de rand van de weg, om steenslag te voorkomen. De meeste vrachtwagens respecteren dat ze alle plaats krijgen en zullen ook vertragen om je ruiten niet in gevaar te brengen.

De meeste toeristen doen over de ganse weg 2 dagen (enkel), omdat er enkel halfweg en op het einde van het traject overnachtingsmogelijkheden zijn. Wie een camper of tentje heeft, kan onderweg overal vrij kamperen. Dit is sterk aan te raden, de prachtige omgeving rondom de weg heeft zeer veel te bieden, het is zonde hieraan snel voorbij te rijden. Zelf nemen we alle tijd en hebben nog het gevoel dat het te vlug gaat. We rijden eind augustus – begin september, prachtige herfstkleuren worden afgewisseld met sneeuw, bijna elke nacht zien we de aurora borealis.
SCORE: 5/5
INKOM: N.v.t.
Let wel: de toerismekantoren, alsook de toerorganisatie aan het einde van de weg, zijn pas open vanaf eind mei tot de tweede week van september.
INFO:
Zeer volledige informatiekrantjes zijn te verkrijgen in het Visitor Center te Fairbanks, alsook bij de Visitor Centers langs de Dalton Highway zelf.
PARKING:
Overal langs de wegkant.
LOCATIE:
Start +/- 100 km ten noorden van Fairbanks, eindigt in Deadhorse, zo’n 700 km verder.

DH MILE 59 – YUKON RIVER:
Visitor Center aan de oever van de Yukon rivier, waar een vriendelijke dame alles vertelt over wat er verder langs de Dalton Highway te zien is. Zeer nuttige info. Ze geeft een certificaat, als bewijs dat je de Poolcirkel hebt bereikt. Een kort wandelpad met uitzichtplatforms toont zichten op de Yukon rivier. Informatieborden.
SCORE: 5/5
INKOM: Open van eind mei tot begin september.
COÖRDINATEN: 65.879423 – 149.715044

DH MILE 75 – ROLLER COASTER:
Stuk van de weg dat op en neer gaat, dit geeft het gevoel van een pretpark.
SCORE: 5/5

DALTON HIGHWAY – MILE 86
Onverharde zijweg naar een mooi uitzicht op een heuvel (+/- 3 km enkel), die er minder goed bijligt door veel putten en dikke stenen. 540 meter hoog.
SCORE: 5/5
COÖRDINATEN: 66.207434 – 150.263499

DH MILE 98 – FINGER MOUNTAIN:
Finger mountain bevindt zich nabij een groot rotsblok dat als een reusachtige vinger boven de toendra uitsteekt. Ernaartoe wandelen is mogelijk, +/- 15 min. van de parking.
Uitzicht: kort paadje naar boven op een heuvel, biedt mooi uitzicht op de kleurrijke omgeving.
SCORE: 5/5
COÖRDINATEN: 66.357700 – 150.461531
DH MILE 115 – ARCTIC CIRCLE:
Poolcirkel, hier staat een bord. Er is tevens een gratis camping in het bos, met droge toilet.
SCORE:
5/5
INKOM: N.v.t.
COÖRDINATEN: 66.357465 – 150.461103

DH MILE 132 – GOBBLERS KNOB:
Mooi uitzicht op de omgeving en pompstation 5 van de oliepijpleiding, met op de achtergrond het Brookes Range gebergte.
SCORE: 5/5
COÖRDINATEN: 66.746714 – 150.683395

DH MILE 150 – GRAYLING LAKE:
Meertje dat ooit door een gletsjer werd gevormd, in een U-vormige vallei. Zeer mooie omgeving, leuke wandeling tot bij de rand van het prachtige meertje. Mogelijkheid op het spotten van elanden. We zien er enkel zwanen.
SCORE: 5/5

DH MILE 175 – COLDFOOT ARCTIC INTERAGENCY VISITOR CENTER:
Mooi bezoekerscentrum, veel informatie over de noordelijke regio. We bekijken een film en wandelen naar de oliepijpleiding, het oude kerkhof, de luchthaven en de rivier. Zeer kort.
We dachten hier onze trip met de Arctic Ocean Shuttle, naar de Poolzee, te kunnen boeken (moet minstens 24 u op voorhand), maar daarvoor worden we doorverwezen naar het Coldfoot Camp, aan de overzijde van de Dalton Highway. Daar bevinden zich een tankstation en een restaurantje, de enige plaats met telefoonverbinding. Dit is de laatste kans om de toer te boeken !
Een GSM heeft geen bereik, internet is niet beschikbaar voor publiek.
Dit is tevens de enige plaats onderweg waar een tankstation is, de prijs is hoog (4,99 USD/gallon).
SCORE: 5/5
OPEN: dagelijks van eind mei tot begin september.
LOCATIE: linksaf aan mijl 175 (richting noorden).

DH MILE 189 – WISEMAN:
Mooi bewaard mijnwerkersdorpje uit 1907, enkele huisjes zijn te bewonderen als museum, het kerkje wordt nog gebruikt. Nog bewoond, zeer beperkt logies aanwezig. Landingsbaantje.
SCORE: 5/5
LOCATIE: linksaf aan mijl 158 (richting noorden).

DH MILE 204 – SUKAKPAK MOUNTAIN (1.338 meter hoog):
Mooi uitzicht op de berg van op een parking op 425 meter hoogte.
SCORE: 5/5
COÖRDINATEN: 67.595193 – 149.787252

DH MILE 235 – FARTHEST NORTH SPRUCE:
De plaats waar ooit de laatste naaldboom stond, deze is er niet meer. Vlak hiervoor zien we plots geen naaldbomen meer. Mooi om zien, de hellingen hebben nu echt pure toendra begroeiing.
SCORE: 5/5
COÖRDINATEN: 68.034837 – 149.659713

DH MILE 244 – ATIGUN PASS (1.433 meter hoog):
Prachtig gebergte, we rijden de ganse tijd tussen een wit besneeuwd landschap. Misschien omdat er vlak voor ons vertrek een sneeuwstorm heeft gewoed. Op dat moment moesten de voertuigen sneeuwkettingen opleggen om de pas over te geraken.
SCORE: 5/5

DH MILE 275 – GALBRAITH LAKE:
Prachtige locatie voor wandelingen (geen paden voorzien) en om te overnachten, midden in de natuur. Omringd door hoge bergtoppen en meertjes. Een eind van de weg, zeer rustig. Informatieborden, vuilbakken, droge toilet.
SCORE: 5/5
PARKING: Op het einde van de zijweg naar Galbraith Lake.
COÖRDINATEN: 68.454020 – 149.481558
LOCATIE: Dalton Highway, afslag aan mijl 275, zandweg gedurende 4 km volgen.

DH MILE 334 – HAPPY VALLEY:
Oud kamp met landingsbaan, langs de rivieroever waar wild kan gespot worden, zoals kariboes en muskusos.
SCORE: 5/5
PARKING: in het kamp, te bereiken over een korte zandweg met grote putten en plassen.

DH MILE 348 – SAG RIVER OVERLOOK:
Klein uitzichtplatform langs de weg, met mooi uitzicht over de vlakte rond de Sagavanirktok River.
SCORE: 5/5
COÖRDINATEN: 69.336654 – 148.729640

DH MILE 414 – DEADHORSE:
Het einde van de Dalton Highway, een plaats waar niet wordt gewoond, maar die vooral staat in het teken van onderaanneming voor de oliemaatschappijen die verderop in Prudhoe Bay boren. Veel is hier niet te zien, wat olieboortorens, machines, vrachtwagens, containergebouwen, een meer, … Toch vinden we het speciaal om er eens rond te rijden.
SCORE: 4/5

TIP: In Deadhorse zijn twee tankstations, NANA Oilfield Services (benzineprijs dd. 4 sept. 2015: 5,35 USD/gallon – coördinaten: 70.200334 – 148.465309) en Tesoro (benzineprijs dd. 4 sept. 2015: 5,50 USD/gallon).

PRUDHOE BAY – ARCTIC OCEAN SHUTTLE
Bustoer die 1 u tot 1 ½ u duurt. We hadden er meer van verwacht, zeker voor die prijs. Gaat twee maal per dag door, om 8.30 u en om 15.30 u. De namiddagtoer wordt ons aangeraden in Coldfoot, want ’s ochtends is het meestal zeer mistig.
SCORE: 4/5 (enkel om aan de poolzee te hebben gestaan !)
INKOM: 59 USD pp.
Wordt enkel aangeboden van eind mei tot de eerste week van september.
Minstens 24 u op voorhand registreren, via de website www.arcticoceanshuttle.com of telefonisch op nummer 1-877-474-3565. Wij bellen vanuit Coldfoot Camp (restaurantje van dezelfde organisatie als Deadhorse Camp, gratis bellen), de laatste mogelijkheid, daar kunnen we al beter inschatten wanneer we in Deadhorse zullen aankomen.
Paspoortnummer moet worden opgegeven, er gebeurt een screening voor je mag deelnemen aan deze toer. De reden hiervoor is, dat je in een beveiligde zone komt.
PARKING:
Bij Deadhorse Camp, die de toer organiseren.
LOCATIE:
Deadhorse, Dalton Highway mijl 412, mosterdgeel gebouw.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Dalton highway mile 60»

Dalton Highway – Prudhoe Bay (86)

31 Augustus 2015 | Noord Amerika 1 | Verenigde Staten | Laatste Aanpassing 15 September 2015

  • Dalton Hwy - traject 2
  • Dalton Hwy - traject 5, kampeerplek 's ochtends
  • Dalton Hwy - traject 4, Atigun pass
  • Dalton Hwy - traject 4, Atigun pass
  • Dalton Hwy - traject 7, aan Galbraith lake kampeer

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking