Reisverhaal «Botopasi»
Zuid Amerika 1
|
Suriname
|
0 Reacties
26 Juli 2008
-
Laatste Aanpassing 21 April 2011
Botopasi is een van de grootste Saramaccaanse dorpen aan de rand van de Boven-Suriname-rivier in de Surinaamse jungle. Het dorpje heeft 2.000 inwoners, er is een schooltje, een kerkje en een klein vlieghaventje.
De verplaatsing naar Botopasi is een avontuur op zich. Om 7.00 u begeven we ons naar de Saramaccastraat, waar we het openbaar transport naar Atjoni kunnen vinden. We hebben de keuze uit oude versleten minibusjes of omgebouwde DAF trucks (met in de laadbak bankjes om op te zitten en uitgezaagde ramen). We kiezen toch maar voor een minibusje, wat ietwat luchtiger lijkt in dit zeer warme klimaat.
We rijden al vlug de jungle in en genieten van het zicht op de natuur, af en toe passeren we kleine primitieve dorpjes. Onderweg vragen we ons steeds weer af of dit de laatste rit zal worden voor ons gamele busje en of we aan ons eindpunt zullen geraken vandaag. Na 5 uren rijden op onverharde Lateriet-wegen komen we onder het rode stof en bezweet aan in Atjoni. Hier eindigt de weg.
Een aantal taxi-bootjes liggen te wachten op passagiers en goederen die moeten vervoerd worden naar de verderop gelegen plaatsjes aan de rivier.
Voor ons is het nog 2 uren varen, stroomopwaards langs vele stroomversnellingen en tussen grote rotsen door. We genieten van wat verkoeling op het water en kijken onze ogen uit naar de kleine dorpjes en het leven aan de rand van de rivier. Enkele doktersposten zorgen voor eerste hulp. Een stagiaire-dokter uit Nederland reisde met ons mee en stapt uit in het dorpje Laduani om er 1 week te werken in de polykliniek.
We zijn blij net voor het donker in Botopasi aan te komen.
Aan de overkant van de rivier werd een klein hotelletje gebouwd, waar we enkele dagen doorbrengen. Van hieruit maken we uitstapjes per korjaal (lang smal houten bootje dat zeer wendbaar is) naar verschillende kleine dorpjes, immers wegen door de jungle zijn er niet.
We maken er kennis met de Marron- of Bosneger-bevolking. Deze mensen zijn afstammelingen van de zwarte slavenbevolking die in de 17de eeuw massaal uit Afrika werden aangevoerd om op de plantages te werken. Hun voorouders, de slaven, moesten hard werken in vaak zeer slechte omstandigheden (weinig eten, zware lijfstraffen 'vaak om niets', ...) en velen namen de vlucht. Enkel diep in de jungle vonden ze rust en konden zich vestigen langs de rivieren. Ze bouwden er hutjes en verbouwden voedzame planten. Nu nog wonen hun afstammelingen in de primitieve dorpjes waar de rivier een centrale plaats in het dagelijkse leven inneemt. Ze hebben er 'kost-grondjes' waarop ze rijst, groenten en fruit verbouwen. Meestal het werk voor de vrouwen, een aantal mannen zoeken reeds werk in de stad Paramaribo en zijn voor langere periode van huis weg. De rivier zorgt voor water, electriciteit is niet voorhanden. De dorpjes worden nog steeds geleid door de Granman.
Een grappig detail : de hoogste bomen van de Surinaamse jungle ... zijn zendmasten. Deze zijn sinds enkele maanden geplaatst, de enige toegeving aan de moderne tijd. Een GSM hangende tussen blote borsten is er geen uitzondering.
Wanneer we over de rivier varen, zien we de schaars geklede vrouwen en kinderen op de brede rivier-trappen hun vaat wassen, de was doen, groenten wassen, erin baden, ... Foto's nemen mogen we niet ... ze denken dat hiermee hun ziel wordt afgenomen.
Aan de samenvloeiing van de Gran Rio en de Pikin Rio stappen we uit na 2 uren stroomopwaards varen. We bezoeken er de dorpjes Djoemoe, Asaubasu, Bendekonde, Palulubasu, Asindo-opo. De dorpjes worden door een jungle-pad met elkaar verbonden, we wandelen er door de mooie natuur en krijgen wat uitleg van onze gids over planten, het dorpsleven en de gebruiken. We bezoeken er de vervangende Granman en praten met dorpsbewoners.
Overal in de dorpjes worden we vriendelijk aangesproken en begroet door de inwoners. Kinderen komen handen schudden, kleintjes grijpen onze benen vast. De meesten spreken enkel Saramaccaans (mengeling van Spaans, Portugees, Nederlands, Engels, Afrikaans) maar sommigen ook wel Nederlands.
Zolang we maar geen foto's nemen zijn we overal zeer welkom.
Ernaartoe :
minibus Paramaribo - Atjoni, 70 SRD pp., 5 uren onderweg, vertrek in de Saramaccastraat (wanneer het busje gevuld is)
taxiboot Atjoni - Botopasi, 80 SRD pp., 2 uren onderweg
Hotel :
Hotel Botopasi, 35 EUR pp., voor een kleine basis 2-persoonskamer met gemeenschappelijk sanitair (koud rivierwater), muskietennet, 3 eenvoudige maaltijden per dag, koffie en thee, we raden aan te reserveren via Corry Vonck (Nederlandse uitbaatster hotel), tel. (597) 812 60 45, of haar vriend Haidy, tel. (597) 817 47 24, reserveren kan eventueel ook via Anneke Kuis, [email protected] (zeer commerciele dame, die je totaal verkeerde verwachtingen geeft, de prijs in Euro wordt aan een woekertarief omgerekend in SRD)
Excursies :
Tapawatra watervallen met wandeling door de dorpen, 600 SRD voor het bootje met gids ongeacht het aantal deelnemers, dagtocht, incl. lunch, door het zeer beperkte aantal toeristen ter plaatse kan de kostprijs per persoon danig oplopen (daarover werden we totaal foutief geinformeerd door Anneke Kuis, informeer daarom best op voorhand bij Corry of Haidy)
Dorpentocht in de buurt van Botopasi, inbegrepen in de dagprijs