Reisverhaal «Cascais - Lissabon »
Frankrijk - Spanje - Portugal
|
Portugal
|
0 Reacties
14 Oktober 2010
-
Laatste Aanpassing 26 April 2011
Op weg naar Lissabon maken we een ommetje langs het ommuurde stadje Óbidos. Het kasteel uit de 12de eeuw bevindt zich binnen de intacte stadsmuur die dateert uit de morentijd, van waarop we mooie uitzichten hebben over het stadje en zijn omgeving. Typisch voor dit stadje zijn de witgekalkte huizen, met blauw of oranjegele omkadering of kleuraccenten. Het is een zeer aangenaam stadje, totaal anders dan wat we tot nu toe hebben gezien in Portugal. Begrijpelijk dat het dan ook vele toeristen lokt.
Santarém is onze volgende stop, het is een stad met vele kerken, gelegen op de rechteroever van de Taag. De vriendelijke dame van het toerismekantoor duidt op een stadsplannetje aan wat de belangrijkste bezienswaardigheden zijn. De prachtige kerk van het Jezuïtenseminarie ‘Seminário Patriarchal’ is bekend om zijn houten beschilderde plafond, maar deze is gesloten (zelfs de zijdeur). We maken een rondwandeling door de straten van de stad om uit te komen aan de Porta do Sol, waar we een mooi uitzicht hebben over de rivier.
Lissabon, de hoofdstad van Portugal, telt 564.000 inwoners en ligt op de rechteroever van de Taag, niet ver voor deze in de Atlantische oceaan uitmondt. Hier vaarde Vasco da Gama rond 1500 uit, om o.a. India te ontdekken. Het is de eerste stad in Portugal waar we zoveel buitenlanders zien.
Het oude stadscentrum van Lissabon bestaat uit een benedenstad ‘Baixa’ en een bovenstad ‘Bairro Alto’, waartussen de ‘elevador de Santa Justa’ werd gebouwd, een enorme lift ontworpen door een leerling van Gustave Eiffel in 1900.
We starten onze stadswandeling aan de Praça do Comércio en wandelen de prachtige stadspoort onderdoor om uit te komen in een autovrije straat van winkels en restaurantjes. Eerst begeven we ons in westelijke richting naar het Castelo de São Jorge, om via het uitzichtpunt aan de Largo das Portas do Sol af te dalen door de smalle straatjes van de Alfama wijk naar de Sé (kathedraal). Overal hebben we het typische beeld van wasgoed dat aan ramen en balkonnetjes hangt te drogen. We missen hier wel een beetje de authentieke sfeer die in Porto in de achterafstraatjes heerst.
Dan wandelen we naar de Bairro Alto. In plaats van de lift te nemen, wandelen we via de praça da Figueira en de praça Dom Pedro, waar we het theatergebouw Teatro D. Maria II tegenkomen, naar de ‘funicular’, een oud treintje dat in deze steile straat naar boven puft. Boven genieten we van een prachtig uitzicht over de benedenstad tot aan de Taag. We zijn het kerken bezoeken na enkele weken Portugal eigenlijk al danig moe en beperken ons tot de echt bijzondere. Igreja São Roque is ‘anders’, deze bestaat slechts uit één grote ruimte, met een ongewoon breed vlak houten beschilderd plafond. Meerdere zijkapellen worden telkens in andere stijlen uitgevoerd. Op straat komen we enkele ludieke beelden tegen. De ruïnes van de convento do Carmo zijn gesloten. We begeven ons naar de Santa Justa lift en genieten van het uitzicht van op het platform.
Aan de westelijke rand van Lissabon ligt het ‘Parque das Nações’ waar Expo ‘98 plaatsvond. Hier vinden we een aantal overgebleven monumenten van de expo, omringd door moderne flatgebouwen en winkelcentra. Deze levendige wijk van de immense stad Lissabon is een bezoekje waard. Van hieruit hebben we een uitzicht op de zeer lange Vasco da Gama brug over de Taag, alsook op de naar deze ontdekkingsreiziger genoemde toren die deel uitmaakte van de expo. Opvallende gebouwen zijn het Vasco da Gama winkelcentrum, het oceanarium, de São Rafael en São Gabriel flatgebouwen, het Atlantische paviljoen. Het is leuk kuieren op de drijvende promenade langs deze bijzondere wijk aan de Taag.
Voor ons bezoek aan Santa Maria de Belém, een voorstad van Lissabon, trekken we een afzonderlijke dag uit. We komen aan in het station en wandelen eerst naar de oever van de Taag om de Ponte 25 de Abril te bewonderen, een 3,23 km lange metalen hangbrug die werd gebouwd tussen 1962 – 1966. Het mistige weer laat ons niet toe mooie foto’s te nemen, jammer.
We begeven ons stroomafwaarts langs de oever van de Taag en komen eerst het Padrão dos Descobrimentos tegen, een indrukwekkend monument ter nagedachtenis van de ontdekkingsreizigers die hier in de 15de – 16de eeuw uitvaarden om de wereld te gaan verkennen. Het stelt de boeg van een schip voor met bolle zeilen, waarop een 30-tal bekende zeevaarders en nog enkele andere belangrijke figuren uit de Portugese geschiedenis staan afgebeeld. Op het plein voor dit beeld werd in mozaïek van marmer een windroos afgebeeld, samen met een grote wereldkaart waarop de door hen ontdekte gebieden zijn aangeduid.
Na een heel eind wandelen komen we aan de Torre de São Vicente of Torre de Belém. Deze toren in manuelijnse stijl werd gebouwd op een klein eiland ongeveer midden in de Taag in 1515 – 1521. Na de grote aardbeving in 1755 is de loop van de Taag gewijzigd en de toren geleidelijk aan naar de oever opgeschoven. Deze parel van een toren diende in eerste instantie als ceremoniële toegangsweg tot de stad, maar ook als deel van het verdedigingssysteem. Hij werd ook wel eens gebruikt als gevangenis. (inkom: 5 EUR pp.)
Van hieruit steken we de voetgangersbrug over om ons naar het Praça do Imperio te begeven, het plein waaraan het convento dos Jerónimos de Belém is gelegen, dat samen met de toren door Unesco werd erkend. Het hiëronymietenklooster werd gebouwd (1502 – 1580) naar aanleiding van de geslaagde Indiëreis van Vasco da Gama in opdracht van koning Manuel I, in de zeer detailrijke manuelijnse stijl. We bezoeken dit prachtige kloostercomplex dat bestaat uit de kerk, de dubbele kloostergang met brede overdekking rond een vierkant binnenplein, de kapittelzaal, de sacristie, de refter en het 185 meter lange dormitorium. We geraken moeilijk uitgekeken op de massa’s details, waarop sommige plaatsen guitige beeldjes in werden verwerkt die opvallend anders zijn dan het omringende beeldhouwwerk. (inkom: 7 EUR pp., combinatieticket met de toren: 10 EUR pp.)
Tijdens een daguitstap verkennen we de regio. In Queluz willen we het Palácio Nacional de Queluz (14de – 16de eeuw) bezoeken, de vroegere zomerresidentie van de Portugese koningen, ook wel eens het Portugese Versailles genoemd. Onze eerste indruk is dat het roze gebouw er echt niet goed onderhouden uitziet, het blijkt dan ook gesloten te zijn wegens langdurige onderhoudswerkzaamheden.
We begeven ons naar Sintra, waarvan het zeer toeristische historische centrum samen met zijn kastelen en paleizen door Unesco zijn erkend. Door het toeristische informatiekantoor worden een stadsplattegrond en een 5-tal brochures van locale gemarkeerde wandelingen verstrekt. We wandelen in het centrum en zijn omgeving rond en bewonderen het Palácio Real met zijn enorme kegelvormige schoorstenen die toehoren aan de keuken. Na de middag begeven we ons naar de heuveltop waar we stoppen aan de ruïnes van het Morenkasteel, Castelo dos Mouros, om verder heuvelopwaarts te rijden naar het kitscherige Palácio Nacional da Pena omringd door zijn grote aangelegde tuin. Met zijn vele torens, hoeken en kanten, volledig geschilderd in roze en geel lijkt het wel een sprookjeskasteel. Bij het verlaten van de stad rijden we nog voorbij het Palácio de Monserrate, eveneens een paleis met mooie tuin.
Voor we terugkeren naar onze kampeerplek stoppen we nog aan het meest westelijke punt van het Europese vasteland, Cabo da Roca. Een grote rotsheuvel die uitsteekt in zee, met bovenop, zoals het past, een vuurtoren. We genieten van het prachtige schouwspel van een blauwgroene zee die in witte schuim opspat tegen de grillige bruine rotspartijen en oranje en witte kliffen beneden ons. Dit natuurschoon is niet zo ver van onze camping, in de duinen achter het brede gele zandstrand verwijderd, we hebben een mooi uitzicht hierop.
Overnachting:
Parque de Campismo de Lisboa, 17,10 EUR per nacht voor 2 personen + tent + auto, zeer donker bos op een helling, tenten moeten worden opgesteld in het daarvoor voorziene deel van de camping, gescheiden van de rest van de kampeerders, voor tenten : geen vlakke plaatsjes beschikbaar (niet afgebakend), beperkte nachtverlichting, weinig sanitair in de buurt, voor caravans en mobilhomes: verharde stroken, daarnaast telkens een houten tafel met banken, stromend water en elektriciteit, groot zwembad, winkel, wasmachines, restaurant, veel straatlawaai van de drukke weg langs de camping, ideaal om de stad te bezoeken met de bus die voor de ingang van de camping stopt, Estrada da Circunvalacao, gelegen in het park Monsanto, tel. +351 217 628 200, wij plaatsten ons tentje illegaal op een caravanplaats en hielden het hier na 1 nacht voor bekeken, we verhuisden ons tentje naar:
Parque de Campismo do Guincho, 13 EUR per nacht voor 2 personen + tent + auto, mooie duinencamping met lage bomen, voldoende schaduw, geen afgebakende plaatsen, ruim voorzien van sanitaire blokken, warm water, proper, wasmachines, droogkast, terras + zaaltje met gratis WIFI, restaurant, winkeltje, zeer rustig, vriendelijk onthaal, uitzicht op zee en op Cabo da Roca, aan witte zandstranden bekend als surfers paradijs, ideaal voor bezoek aan Lissabon/Belém: bus naar Cascais stopt voor de camping (2,8 EUR pp. enkele rit), trein Cascais – Lissabon/Belém (3,5 EUR pp. retour + eenmalig 0,5 EUR voor het herlaadbare treinkaartje), ook verhuur bungalows, tel. +351 214 870 450,
[email protected],
www.orbitur.pt