Reisverhaal «Myanmar - algemeen»
Azië - deel 1
|
Myanmar
|
0 Reacties
17 December 2009
-
Laatste Aanpassing 07 Mei 2011
Myanmar is de nieuwe naam voor Birma sinds 1989. Het land heeft 52 miljoen inwoners en grenst aan Bangladesh, China, India, Laos en Thailand. Sinds 1948 is het onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. De bevolking telt meer dan 100 etnische groepen, waaronder Bamar, Shan, Karen, Rakhine, Mon, Kachin, Kayah, Kayin, Chin. Het Birmees is de officiële taal, daarnaast hebben de etnische groepen elk hun eigen talen. Velen spreken een mondje Engels, voornamelijk in de toeristische plaatsen. Het grootste deel van de bevolking is boeddhistisch, het christendom en de islam zijn beperkt vertegenwoordigd.
Het land heeft een tropisch moessonklimaat, met 3 seizoenen, het regenseizoen (mei-okt), het koele droge seizoen (okt-feb) en het hete droge seizoen (feb-mei). De helft van het land wordt door bosgebied ingenomen. In het Noorden heeft het een bergstreek, met als hoogste top 5.881 meter, de Hkakabo Razi.
Als land bezit Myanmar vele rijkdommen, zoals olie, gas, tropisch hardhout en edelstenen (jade, robijnen). Van de opbrengsten hiervan wordt niets gebruikt ten bate van de bevolking, die zeer arm is.
De democratische regering die na de onafhankelijkheid (1948) heerste kon het land niet stabiliseren, voortdurend heersten er conflicten tussen de verschillende etnische groeperingen. In 1962 vond er een militaire coup plaats, sindsdien heerst in het land een militair regime. Zij namen alle macht en schaften onder andere de grondwet af, internationale berichtgeving werd verboden. Alle natuurlijke rijkdommen van het land worden gecentraliseerd en door hen beheerd. De economie werd ten gronde gericht, waardoor het land tot de armste ter wereld behoort.
In 2005 werd de hoofdstad van Yangon naar Naypyidaw verplaatst, hier zijn toeristen niet welkom.
In 2010 worden er voor het eerst verkiezingen georganiseerd. Men hoopt op een democratische regering, maar verwacht er niet te veel van. Teveel mensen begrijpen niet het belang van deze verkiezingen. Het land gaat spannende tijden tegemoet.
We hebben lang getwijfeld om Myanmar in onze rondreis door Azië op te nemen. Het militair regime gebruikt veel geld van het toerisme voor militaire doeleinden. De bevolking wordt door hen arm gehouden en het land kent bijna geen evolutie. Tijdens de rondreis letten we op om zoveel mogelijk ons geld te besteden bij de locale bevolking. Toch gaan er vele dollars ongewild naar het militair regime. Mochten we echter allen het land mijden, zou het toerisme in het land volledig stilvallen, wat zeer nadelig zou zijn voor de bevolking. Een groot deel van hen leeft tenslotte van het toerisme, denken hierbij aan hotels, restaurants, gidsen, taxichauffeurs, souvenirverkopers, …
Als onverwacht positief element aan het leven in Myanmar, vernamen we dat men 10 % van zijn inkomen moet afdragen aan de staat. Hiermee wordt een deelname in de ziekenzorg betaald en op 60 jarige leeftijd een vorm van pensioen.
Myanmar heeft een bevolking van arme, eerlijke en vriendelijke mensen. Groot en klein wuiven en lachen ons toe op straat, het doet hen plezier dat we hierop reageren. Velen spreken ons aan, ze oefenen graag hun talenkennis met toeristen (Engels, Frans, Duits, Nederlands, …). Ze zijn er ook fier op iets meer te kunnen vertellen over ons land van afkomst, België. Deze kennis hebben ze opgedaan door ‘te luisteren’ naar toeristen. Soms zijn ze nogal opdringerig om hun diensten of koopwaar te kunnen aanbieden aan toeristen – dit is echter uit noodzaak om te overleven.
Tijdens onze reis hadden we regelmatig contact met de locale mensen. We werden zeer gastvrij ontvangen en kregen er het gevoel bij zeer welkom te zijn.
Ook al is men zeer arm, de mensen lachen voortdurend en ogen gelukkig met wat ze hebben (velen kennen niet anders), zijn blij vreemdelingen te ontmoeten en wuiven al van verre.
We zagen zeer weinig echte bedelaars, de meeste mensen zoeken een manier om wat geld te verdienen. Ze kweken gewassen, bereiden voedingswaren, maken gebruiksvoorwerpen, … om deze op marktjes te verhandelen. Anderen zoeken het in het toerisme, de lage prijzen waaraan zij hun souvenirs verkopen betekent al heel wat voor hen. Op deze manier kunnen de meesten overleven.
De mensen leven op een zeer vriendschappelijke manier samen. In de kleine bergdorpjes werken ze samen om eenieders veldjes te bewerken, ze betalen elkaar niet, immers alle veldjes komen aan de beurt.
Myanmar heeft een zeer eerlijke bevolking, we hoorden er niemand die te maken kreeg met zakkenrollers of andere vormen van diefstal. Niettegenstaande dat iedereen weet dat de toeristen alle valuta met zich moeten meebrengen wanneer ze het land betreden, dus meestal veel geld bij zich hebben.
De gastvrijheid van deze mensen komt onder andere tot uiting door de vele houten kraampjes die men langs de wegen aan huizen vindt met enkele kruiken water en bekers, waaruit elke dorstige voorbijganger gratis kan drinken naar behoeven.
Zo werden wij regelmatig uitgenodigd in de huizen van mensen, waar we telkens iets te drinken en te eten kregen aangeboden (vb. thee met zoete rijst of nootjes, warme melk met zoetigheden, …). Ook in de locale winkeltjes of restaurantjes wordt traditioneel gratis thee aangeboden.
Het aangezicht van vrouwen en kinderen is meestal ingesmeerd met een soort lichtgele modder. Daarin tekenen ze patronen. Een gewoonte die dient om zich tegen de zon te beschermen en om de huid zacht te houden. Bovendien vindt men het mooi.
Ondanks de warme temperaturen dragen mannen zowel als vrouwen kledij die armen en benen goed bedekt. Ze willen een blanke huid behouden, dat is hier immers een kenmerk van schoonheid. Daarom schermen ze zich telkens zeer goed af tegen de zonnestralen.
De etnische bevolkingsgroepen hebben elk nog hun klederdracht, maar dragen deze enkel nog bij speciale gelegenheden. De meerderheid van de mannen echter dragen nog steeds hun longyi. Een brede lap stof die is dichtgenaaid, deze wordt om de middel geknoopt tot een smalle lange rok. We stelden ons de vraag … zoals bij de Schotten … en ja men draagt er ondergoed onder. Toegegeven, in afgelegen dorpen durft men dit wel eens nalaten …
Jong en oud kauwt hier lustig op betelnoten. Ze lachten ons toe met een mond vol vieze rode en zwarte tanden. Al rochelend spuwen ze een vieze rode brij op de straten, die de kleur van bloed benadert. We vinden dit maar een zeer afstotelijke gewoonte.
Men houdt van vliegeren, meestal met zelf in elkaar geknutselde vliegertjes van gekleurde plastiek zakken.
Chinlon of caneball is een geliefde straatsport bij (jonge)mannen. Deze sport wordt gespeeld met een zeer lichte gevlochten holle bal met een doorsnede van 12 cm. De mannen staan in een kring om het spel te spelen. Ze zijn zeer behendig om de bal lange tijd van de grond te houden door hem te laten botsen op voeten, knieën en hoofd. Als variante wordt met deze bal soms een soort volleybal gespeeld, waarbij de bal op dezelfde manier wordt voortbewogen (dus niet met de handen).
Ondanks de grote armoede, wordt aangeraden niets aan kinderen op straat te geven (zelfs geen snoepje) of niets van hen te kopen. Dit kan enkel leiden tot het wegblijven van school, om op straat iets te kunnen ‘verdienen’. Ouders (vaak ook de kinderen zelf) worden gemakkelijk om hun kinderen van school weg te houden en hen als straatverkopertjes te laten opgroeien. De kinderen komen op deze manier in dezelfde situatie terecht als hun ouders, terwijl het onderwijs voor 95 % van de bevolking toegankelijk is en hen een uitweg kan bieden. Wie iets wil geven aan de kinderen, doet dit het beste via een locaal schooltje.
Veelvuldig valt de elektriciteit uit. De betere hotels en restaurants hebben een eigen generator en vangen hiermee de problemen op. Vooral in Mandalay was het heel erg, het was voortdurend overschakelen. Op sommige plaatsen wordt bespaard in generatortijd en zet men deze slechts aan wanneer het donker wordt.
De wegen in Myanmar zijn in zeer slechte toestand. Wanneer ze al geasfalteerd zijn, zijn er vele diepe putten die niet te ontwijken zijn.
Langeafstandsbussen zijn oud, sommigen hebben airco, maar het stof komt toch door kieren binnen. De gemiddelde snelheid ligt zeer laag, zodat men steeds zeer lange rijtijden kent. Op de meeste trajecten rijden ze enkel ’s nachts.
Minibussen zijn een alternatief, deze worden op sommige trajecten tijdens de dag ingezet als aanvulling op de nachtbussen.
Al dan niet gedeelde taxi’s rijden ook op de meeste lange trajecten, maar zelfs deze zijn niet echt comfortabel te noemen. Het gaat hier telkens over zeer oude en versleten wagens, die worden ingezet op wegen in slechte toestand. Om de putten te vermijden zou de chauffeur te langzaam moeten rijden om deze trajecten nog binnen een haalbare tijd te kunnen rijden.
Een aantal plaatsen zijn bereikbaar per trein. Ook hier moet men rekenen op zeer lange rijtijden. De treinen zijn verouderd, slecht onderhouden en oncomfortabel. Men wordt van links naar rechts gewiegd wanneer de trein iets sneller probeert te rijden op de smalle sporen. Hier dient rekening gehouden te worden met vertragingen tot het dubbele van de vooropgestelde rijtijden.
Enkele trajecten kunnen per boot worden afgelegd. Misschien is dit een goeie manier om te reizen, ook hier gaat het zeer langzaam en we hoorden ook van enorme vertragingen (vb. Bagan-Mandalay, 9 uren vooropgesteld, 11 uren is realistisch / met de bus deden we er 6 uren over, we waren geradbraakt).
De enige echt comfortabele manier om lange afstanden in dit land af te leggen, zijn door gebruik van binnenlandse vluchten. Deze zijn betaalbaar, maar maken al bij al het land duurder om te reizen dan de omringende landen.
Op de internationale luchthaven van Yangon zijn gratis telefoons beschikbaar aan de check-in. Men dient enkel een pasje te vragen om eventjes door de eerste controle te mogen.
Locaal openbaar vervoer leent zich meestal niet voor toeristen. De mensen worden vervoerd met open pick-up’s, vaak zijn deze volgeladen met hun waren en hangen ze er zelf langs de buitenkant aan of zitten ze op het dak. Er wordt nergens in het Engels op vermeld wat de bestemming is, waardoor het bijna onmogelijk wordt om de juiste pick-up uit te kiezen. We hoorden ook dat vreemdelingen vaak geweerd worden bij deze vorm van openbaar vervoer.
Overal zijn verschillende vormen van taxi’s massaal beschikbaar, tegen vrij lage prijzen : fietstaxi’s, motortaxi’s, paardenkarren, ossenkarren, blauwe minitaxi’s, gewone taxi’s, … je kiest maar uit.
Op sommige plaatsen kan je fietsen huren om op eigen houtje de buurt te verkennen.
Visum
Een visum voor Myanmar kan worden aangevraagd bij hun ambassade te Bangkok (Thailand), waar we eerst naartoe reizen. Maar we zullen al vlug doorreizen naar Myanmar. Om de rompslomp rond ons visum reeds achter de rug te hebben, vroegen we reeds voor ons vertrek bij de Ambassade van Myanmar in België een visum aan. We kregen een visum voor 28 dagen, te gebruiken binnen de 3 maanden.
Adres : Ambassade Myanmar, Generaal Wahislaan 9, 1030 Brussel, tel. 02/270.19.380, www.Thailand-Birma.nl/Birma.htm , openingsuren : 8.30 u – 12.00 u, maandag tot vrijdag, aanvraag voor een visum indienen kan van 10.00 u – 12.30 u
Benodigde documenten : paspoort, 3 pasfoto’s, ingevulde documenten voor aanvraag (beschikbaar ter plaatse)
Ophalen paspoort met visum : na 3 werkdagen eerst telefonisch navragen of het visum klaar is, kan worden opgehaald vanaf 13.30 u
Kostprijs : 25 EUR
Dit visum is enkel geldig voor een bezoek aan de regio Kentung, wanneer je ernaartoe vliegt met een binnenlandse vlucht.
Wanneer je Kentung bezoekt vanuit noord Thailand over land, geldt er een speciale regeling. Deze laat je dan echter niet toe verder te reizen dan regio Kentung. Voor meer informatie hierover, zie tekst grensovergang Thailand – Myanmar (2).
Geldzaken
Er wordt betaald in USD en MMK, afhankelijk van de aard van de betaling. Hotels, inkomgelden voor monumenten (die door de overheid worden beheerd), trein (overheid), vluchten, sommige gidsen, … worden in USD betaald. Restaurants, markten, winkels, taxi’s, bussen, begeleide excursies, … worden in MMK betaald. Kredietkaarten kunnen enkel in heel dure hotels gebruikt worden tegen een hoge commissie.
In Myanmar zijn geen ATM’s beschikbaar, men kan er enkel geld wisselen, zijnde USD, THB, EUR. Op het moment dat wij er zijn, is de koers van de USD het meest interessant. Dit doet men beter niet op de luchthaven (lage koers), maar in het hotel of bij de wisselkantoortjes in het centrum (vraag best advies in je hotel). Op straat wisselen is mogelijk, maar niet betrouwbaar. Men raadt ons aan op ‘Scott Market’ te gaan wisselen, maar we vinden deze locatie evenmin geschikt om het dikke pak geld dat we zullen krijgen na te tellen. We willen voldoende valuta wisselen om de ganse periode in Myanmar door te komen (Yangon biedt de beste wisselkoersen), daarom beslissen we tegen een iets minder gunstige koers te gaan wisselen in het Golden Smiles Inn (n°644 Merchant street), waar men een wisselaar laat langskomen. Hier kunnen we tenminste rustig natellen.
In regio Kentung wordt geld gewisseld aan sommige kraampjes op de markt en in sommige winkeltjes (minder goede koers). Op de markt verloopt dit zeer eerlijk en betrouwbaar, de koers schommelt van dag tot dag. Hier geeft men de voorkeur aan THB, omdat men in de nabijheid van de Thaise grens vertoeft. De andere munten (USD, EUR) kunnen echter ook worden gewisseld zonder problemen.
Munt : Kyat (MMK)
1 USD = 1.015 MMK / 900 MMK in Central Hotel / tot 1.100 MMK op straat (wisselkoersen te Yangon)
1 USD = 900 MMK tot 1.000 MMK (alle andere plaatsen, ook Kentung)
(op het moment dat we hier zijn, kent deze wisselkoers een dalende trend)
1 THB = 30 MMK
1 EUR = 1.500 MMK
Tip :
Vergeet niet een zaklamp mee te nemen, deze komt zeker van pas tijdens de veelvuldige stroomuitvallen overal in het land.
Specifiek regio Kentung
De hierboven beschreven kenmerken gelden ook voor Kentung, tenzij hieronder anders vermeld.
De verbindingsweg tussen Tachileik (aan de grens met Thailand) en Kentung is in zeer goede staat, de 4 uren durende busrit hiernaartoe valt daardoor enorm mee.
Toeristen hebben we amper gezien in deze regio, die vrij afgelegen is van de rest van het land en daardoor niet zo vaak wordt bezocht. Het vraagt immers extra tijd om er te geraken.
In de regio Kentung zien we zeer weinig auto’s.
Het verkeer op de grote baan bestaat uit wat vrachtvervoer en bussen. Sporadisch rijdt er een witte auto (gehuurd met chauffeur) of minibus met toeristen tussen de grens en het stadje.
In de stad ziet men vooral brommertjes, personenvervoer gebeurt sporadisch met een tuk-tuk. Ook hier ziet men minimaal toeristenvervoer met witte auto’s (gehuurd met chauffeur) en minibusjes (meestal met gidsen vanuit Thailand).
De wegen naar de kleinere dorpjes in de buurt zijn niet verhard.
De bevolking in deze regio lijkt ons over het algemeen iets minder ontwikkeld dan in de rest van het land. Gidsen zijn minder goed opgeleid, vaak spreken ze amper Engels.
De etnische groepen in de kleine bergdorpjes zijn moeilijker te bereiken en dragen veelal nog hun authentieke klederdracht. Dit maakt een bezoek voor de toerist zeer interessant.
Er wordt gevraagd ‘verstandige’ cadeautjes mee te nemen voor de mensen ter plaatse bij een bezoek aan deze dorpjes. De gidsen adviseren koekjes voor de kinderen, shampoo voor de vrouwen, medicijnen voor de ouderen, voeding, …
Ook al hebben deze mensen dit hard nodig, voelen wij dat de manier waarop men handelt met deze geschenken niet de goeie is. De cadeautjes gaan immers altijd naar dezelfde plaatsen, waar de gidsen de beste contacten hebben. Deze mensen verwachten ondertussen van de bezoekende toerist telkens verschillende cadeautjes en vragen om het ene na het andere, waarbij de luxe-produkten (koekjes, shampoo) hun voorkeur dragen.
Dit maakt de mensen onbedoeld en onwetend tot een soort bedelaars.
Hiermee voelden wij ons niet zo gelukkig. Maar het afgeven aan het dorpshoofd hielp niet, hij begon onmiddellijk de giften uit te delen onder de aanwezige dorpsgenoten.
Wat we ook opmerken is dat mensen die de ganse dag op het veld gaan werken en niet in hun dorp aanwezig zijn wanneer de toerist er langskomt, nooit aan bod komen en geen geschenken krijgen.