Phonsavan is een stad met 60.000 inwoners, gelegen op 1.200 meter in de bergen.
Een lange rit met zeer bochtig parcours brengt ons doorheen een prachtig berglandschap naar Phonsavan. Onderweg verandert het groene tropische landschap eerst in een omgeving met voornamelijk naaldbomen, om daarna over te gaan in een dor droog gebied met rode aarde. Overal langs de weg blijven we de typische dorpjes zien, met hun houten en bamboe huisjes. De mensen verwerken hun gewassen aan de rand van de weg. De vezelachtige bladeren van een grasachtige plant worden eerst gedroogd aan de wegkant, om ze daarna te verwerken tot borstels. Stevigere rietgewassen worden verwerkt tot dakbedekking, die in meerdere lagen op elkaar tot een waterdicht en isolerend traditioneel dak worden gestapeld. Zulke daken moeten ongeveer om de 2 jaar worden vernieuwd. Dit is de reden dat sommige bevolkingsgroepen overgaan naar golfplaten daken.
Vele Hmong stammen verhuisden vanuit de bergen naar de wegkant, met als voordeel dat ze mobieler zijn en het comfort van elektriciteit kunnen genieten. Er wordt een plaats gezocht nabij een rivier of bron, waar de bewoners een beperkt netwerk van watervoorziening kunnen aangeleggen met enkele centraal geplaatste kranen. Hun boerderijen in de bergen worden nog steeds gebruikt, ze trekken ernaartoe wanneer hun velden moeten bewerkt worden.
De Hmong bevolking viert Nieuwjaar gedurende 1 maand, die naargelang het werk aan hun gewassen, verschoven kan worden tussen 1 december en 31 januari. We hebben we het geluk te kunnen stoppen bij een dorpje waar zulk een nieuwjaarsfeest volop aan de gang is. De traditie wil dat jonge meisjes en jongens in deze periode hun huwelijksaanzoek officialiseren. Ze staan op 2 lange rijen tegenover elkaar. De meisjes zijn zeer feestelijk uitgedost in hun traditionele kleurige kledij. Een balletje wordt over en weer gegooid tussen het elk pril koppeltje, telkens wanneer het valt moet de jongen een cadeautje voor zijn meisje kopen of een traditioneel lied zingen. Dit ritueel wordt dagelijks herhaald gedurende de ganse maand. Pas wanneer ze dit hebben kunnen volhouden mogen ze met elkaar trouwen.
We komen hier in een van de meest gebombardeerde gebieden ter wereld. Meer dan 1,3 miljoen ton springstof werd boven Laos gedropt van 1964 tot 1973. 30 % kwamen niet tot ontploffing en bevindt zich nog grotendeels onder de grond in deze streek, waar ze een reële bedreiging vormen voor de bevolking van 1/4 der traditionele dorpen van Laos. Wanneer zulk projectiel wordt geraakt, kan het alsnog tot ontploffing komen. De bewoners van deze streek zijn zeer arm, vooral omdat ze door dit alomtegenwoordige gevaar worden beperkt in het bewerken van hun gronden. Om in hun eigen levensonderhoud te voorzien, moeten ze toch wat gewassen kweken, dit leidt voortdurend tot nieuwe slachtoffers van ontploffende landmijnen. Velen komen onmiddellijk om, anderen worden levenslang getekend door handicap als gevolg van hun zware verwondingen.
UXO en MAG zijn 2 instanties die voortdurend werken aan de ontmanteling van de projectielen. Ze vangen slachtoffers op, zorgen voor medische hulp en begeleiden hen naar een zo kwalitatief mogelijk leven na hun trauma, met meestal een zware levenslange handicap tot gevolg.
In de omgeving van Phonsavan werden grote pleinen, bezaaid met reusachtige oude potten, blootgelegd. Deze potten werden uitgehouwen in 3 verschillende steensoorten: graniet, zandsteen en kalksteen. Ze zijn tot meer dan 2 meter hoog en 2,2 ton zwaar. Ongeveer 2.000 jaren geleden werden ze door de locale bevolking gebruikt om de lichamen van hun doden (door ouderdom of ongeval) in onder te brengen. Nadien werden de potten geopend om de beenderen eruit te halen, die alsnog werden begraven. Slachtoffers van ziekte kwamen hiervoor niet in aanmerking, deze werden verast, om de ziektes uit te roeien. De assen werden ook begraven.
We bezoeken 2 van de meest belangrijke sites. De potten staan en liggen verspreid over de vlakte, met honderden, velen zijn niet meer intact. Hier en daar vinden we nog de grote ronde deksels die erbovenop lagen ter afsluiting, als een soort paddenstoelenhoed.
Hier is het veilig om rond te wandelen, zolang we op de veilige paden blijven, die op springstoffen werden onderzocht, door de MAG organisatie, roodwitte merkstenen bakenen deze af.
Muang Khoun is de voormalige provinciehoofdstad, die tijdens de 2de Indochinese oorlog slachtoffer was van vele bombardementen. In 1975 bleef er van de stad nog amper iets over. Momenteel is hiervan echter niet veel meer te merken, bovenop de overblijfselen van de oude stad werden nieuwe huizen gebouwd. We bezoeken de ruïne van het oude Franse huis van de ziekenhuisdirecteur, de resterende zuilen met het Boeddhabeeld van de tempel Wat Phia Wat en de heuveltop met de stoepa That Chom Phet, waar een gang doorheen werd gegraven door de Chinezen om de waardevolle offers te stelen. Dit zijn zowat de enige resterende sporen uit het verleden.
Ernaartoe:
minibus Luang Prabang hotel – busterminal, inbegrepen in het ticket naar Phonsavan
mini van Luang Prabang – Phonsavan, 110.000 LAK, 7 uren onderweg
Hotel:
White Orchid guesthouse, 140.000 LAK voor een ruime 2 persoonskamer met sanitair (warm water), ontbijt inbegrepen, TV, ventilator, de kamer ruikt een beetje vochtig, organiseren ook tours, tel. 312403,
[email protected]
Excursies:
Plain of Jars site 1 + 3 en bezoek aan een Hmong dorpje en de oude hoofdstad Muang Khoun: 250.000 LAK pp in een privétour van 5 personen, lunch en drinkwater inbegrepen, Engelssprekende gids, de oude hoofdstad stelt niet veel voor