Reisverhaal «Kampot»
Azië - deel 2
|
Cambodja
|
0 Reacties
28 December 2011
-
Laatste Aanpassing 12 Februari 2012
Kampot (33.000 inwoners) is gelegen langs de Kampong Bay rivier, op enkele kilometers voor de monding ervan in de Golf van Thailand. Op de achtergrond van het stadje kan men het Olifanten gebergte zien, waar de bekende Bokor heuvel deel van uitmaakt. De streek is bekend om zijn typische zwarte peper, die in gans Cambodja wordt verkocht. Hier vindt men nog enkele panden in Franse koloniale stijl, die rechtop bleven tijdens de oorlog die het stadje zwaar geteisterd heeft.
Wat een verschil met Sihanoukville, dit ingeslapen stadje straalt echt rust uit. Het is weerom even zoeken naar een kamer, want ook hier zijn de hotelletjes bijna allemaal volgeboekt. Het aanbod is bovendien niet zo enorm groot. We vinden een kamer voor maximum 3 nachten, vanaf oudejaarsavond zijn alle hotels weerom volzet.
’s Avonds liggen de straten er donker bij. In het centrum wordt wat gefeest, langs de oever van de rivier zijn wat eetgelegenheden te vinden.
Ook hier vinden we een aantal zaken die door NGO’s worden gerund. Onze lunch nemen we in een zaakje waarin enkel doofstomme mensen werken. We moeten zelf onze bestelling opschrijven, in de menukaart worden een aantal afbeeldingen getoond die we kunnen gebruiken om te communiceren (vragen naar de rekening, bedanken, …).
Met een gehuurd brommertje rijden we de berg op, naar het op 1.000 meter hoogte gelegen koloniale Bokor Hill station, zo’n 40 km van Kampot verwijderd. De rit ernaartoe biedt ons schitterende uitzichten op de omgeving, de zee en wat eilanden, zoutvelden, vissersdorpjes, …
In de vroege jaren ’20 werden hier een aantal gebouwen opgericht door de Franse bezetters, die wat verkoeling zochten. Hieronder vindt men een hotel, casino, kerk, paleis, … Tijdens WOII werden deze gebouwen verlaten, maar men keerde nadien terug. Toen in de jaren ’70 de Vietnam oorlog uitbrak, trok men opnieuw weg uit de streek. De huizen werden sindsdien niet meer opnieuw in gebruik genomen, enkel de muren staan nog recht … ze liggen erbij als in een spookstad, deels overwoekerd door het groen.
De omgeving is nu in het bezit van een rijke man, de ‘boss’ genoemd. Hij liet een mooie weg aanleggen die ons de berg op leidt, deze is pas klaar. Toch is men overal aan het werk, neemt stukken uit het asfalt weg om deze later te vervangen … we doen geen poging dit te begrijpen. Boven vinden we nog een aantal huizen onaangeraakt, maar er zijn er ook die in de stellingen staan. Het casino, het paleis, enkele van de grotere huizen, … men is bezig alles te renoveren, om er een echt prestige resort van te maken. Er zijn ook plannen om hier een groot aantal luxueuze vakantiehuizen te bouwen, waarin de rijken hun vrije tijd kunnen doorbrengen.
In de kerk en enkele huizen hebben de werklui zich geïnstalleerd, hun tijdelijke woonst. 1 huis is reeds helemaal klaar en prachtig gerenoveerd, in gele kleur geschilderd. We zien de ‘boss’ er zijn lunch komen nuttigen, omringd door bodyguards.
Het is leuk om in de nog vrije huizen rond te neuzen en er de verschillende ruimtes te herkennen, zo zijn in de keukens nog de muurtegeltjes overgebleven en zien we de afvoerbuizen in de vloer van het sanitair. Er zijn enkele zeer grote huizen bij, het moeten luxueuze verblijven zijn geweest, vaak met prachtig uitzicht. Jammer dat we niet meer in het casino en in het paleis binnen kunnen, die zouden heel bijzonder moeten geweest zijn. Lang zal het niet meer duren, voor alle oude panden zijn verdwenen ...
Wanneer we onderweg ondervinden dat de benzine van ons brommertje abnormaal vlug slinkt, verwijzen enkele kinderen ons naar een zijweg die afdaalt naar een meer. Het is eventjes moeilijk om via de zwaar gehavende steile zandweg af te dalen. Beneden vinden we een gans dorp … men woont in een soort kamp met huisjes die zijn gebouwd van boomstammetjes waartussen stukken afvalplastiek zijn gespannen … armoe troef. Hier kunnen we enkele liters benzine van de mensen over kopen. We veronderstellen dat de families die zich hier hebben gevestigd, werden aangetrokken om de ganse renovatie van de ‘berg’ uit te voeren. Zo’n toestanden hebben we nog nooit gezien …
Enkele kilometers voorbij Kampot gaan we een kijkje nemen op de zoutvelden. Er is niet veel activiteit op dit moment, maar we vinden het aangenaam om hier even tussen rond te wandelen in deze mooie rustgevende omgeving.
Ernaartoe:
minibus Sihanoukville – Kampot: 5 USD pp, 2 ½ uren onderweg, geboekt rechtover ons hotel, het busje stopt in Kampot aan een hotel, in de straat waar we zelf een hotel vinden.
Overnachtingen:
The Magic Sponge Guesthouse, 15 USD per nacht voor een ruime 2 persoonskamer (1 dubbel + 2 enkele bedden), inclusief sanitair (warm water), ventilator (airco: supplement 5 USD), TV, drinkwater, balkon, overal in het gebouw gezellige zitruimte, bar, lekker restaurant met Indische schotels, minigolf, DVD’s, gratis WIFI, uitgebaat door een man uit Alaska, wind en stof overal, ’s avonds klinkt in het hotel luide muziek tot 23.00 u, tel. 017 946 428, www.magicspongekampot.com. Beoordeling: 3/5.
Excursies:
Bokor Hill Station: inkom gratis (tijdelijk ? men spreekt van 5 USD pp.)
ernaartoe en terug: we huren een brommertje via onze hoteluitbater, 5 USD per 24 uren + 1 USD per helm, brandstof zelf te voorzien.